Marin Rozic heeft een vriendelijk, rond gezicht met zachtaardige ogen en een ruige stoppelbaard. Je zou hem veel jonger schatten dan de 36 jaar die hij werkelijk is. Hij is een spraakwaterval zonder weerga, maar geen seconde is het vervelend. Marins Engels is vloeiend, mede doordat hij als kind zes jaar in het Australische Sidney heeft gewoond.
Sinds een jaar over tien heeft Marin een camping en een jeugdherberg in het schilderachtige stadje Trogin, aan de Adriatische kust. Het is een beetje een ‘klein Dubrovnik’, de stad die één van de grootste toeristische attractie van Kroatië vormt.
Marin had een carrière als profvoetballer kunnen hebben. Zijn vader is Vedran Rozic, een niet onverdienstelijke verdediger die van 1972 tot en met 1984 uitkwam voor Hajduk Split, de trots van de nabijgelegen gelijknamige Kroatische havenstad en badplaats. Tien keer speelde Rozic sr. voor het Joegoslavische nationale team. In 1984 vroegen Kroatische emigranten in Australië of hij niet ‘down under’ wilde komen ballen bij hun club. Zeer tegen de zin van het regime verliet het gezin Rozic Joegoslavië om er in 1989 weer terug te keren. Twee jaar voor de oorlog uitbrak.
,,Rare tijd’’, zegt Marin. ,,We waren gewend in vrijheid te leven en dan kom je terug in dit land. Ik begreep er niets van.”
,,Maar Joegoslavië was toch juist een van de vrijere Oostbloklanden?”, werp ik tegen.
-,,Misschien vergeleken met Bulgarije of Roemenië. Maar vergis je niet: de geheime dienst liet zich niets welgevallen. Iedereen lette op iedereen. Kroatische informanten verraadden juist Kroaten om zich te bewijzen aan het regime.”
Marin vertelt hoe hij bij terugkomst uit Australië een kruisje om de nek droeg. ,,Ik ben katholiek, een gelovig mens. Maar een vriendin waarschuwde dat ik het direct moest afdoen. Het was gevaarlijk, zei ze. Religie was officieel toegestaan in Joegoslavië maar voor de communisten hier was katholicisme verdacht. Baby’s werden soms middenin de nacht gedoopt door hun oma’s. Zo bang waren mensen om als gelovig te worden bestempeld.” Het is moeilijk te bevatten in een land waarvan het katholicisme inmiddels afdruipt.
Marins vader Vedran, inmiddels 58, ging de politiek in en schopte het tot burgemeester van Trogir. Ook daarin had Marin in de voetsporen van zijn vader kunnen volgen. Hij werd gevraagd zich aan te sluiten bij de centrumrechtse Kroatische Democratische Unie (HDZ), die in 1990 werd opgericht als alternatief voor de Communistische Partij.
Nadien leverde de club in Franjo Tudjman en Stipe Mesic twee maal de president van Kroatië. Marin is scherpzinnig en intelligent, maar hij moet niets van politiek hebben. ,,Ik heb mijn principes en wil daar niet van afwijken. Je moet als politicus compromissen sluiten en dat kan ik niet.”
Marins vader werd na zijn burgemeesterschap directeur van Hajduk Split. Marin speelde bij de plaatselijke club van Trogir en werd door Hajduk ooit gevraagd het daar te komen proberen als prof. Hij deed dat, maar ook nu speelde zijn eigengereidheid hem parten: ,,Na de eerste training vroeg ik een beetje shampoo van een medespeler. Die zei dat ik dat zelf maar moest meenemen. Ik heb hem meteen op zijn bek getimmerd. Wát een mentaliteit!”, briest Marin. Einde carrière als voetbalprof. Maar Marin had niet anders gewild.
Marin is zo’n aardige gast, dat ik me zijn agressie moeilijk kan voorstellen. En mijn klomp breekt al helemaal als hij vertelt dat hij als tiener bij de harde kern van de aanhang van Hajduk heeft gehoord. Hij was halverwege jaren ’90 in Amsterdam toen zijn club tegen Ajax speelde in de Champions League. ,,Ik stond altijd vooraan om met supporters van andere clubs of de politie te matten”, grinnikt Marin. ,,Een keer kreeg ik zo’n pak rammel van een oproeragent, dat ik de volgende dag krom lopend door het huis ging. Mijn vader vroeg wat er was. Eerst ontkende ik dat ik iets had, maar toen gebood mijn vader me mijn shirt op te tillen. Er zat van boven tot onder een bloeduitstorting op mijn rug. De afdruk van een gummiknuppel. En weet je? Mijn vader was trots.”
Vandaag zijn er toevallig lokale verkiezingen in Kroatië. Of Marin gaat stemmen, weet hij nog niet. ,,Al zou het eigenlijk wel moeten”, geeft hij blijk van zijn democratische bewustzijn. Maar het referendum over toetreding van zijn land tot de Europese Unie heeft hem cynischer gemaakt. ,,Er is geknoeid met de opkomstcriteria, waardoor uiteindelijk maar 16 procent van de Kroaten vóór heeft gestemd. De rest kan het eigenlijk allemaal geen zak schelen. En laten we wel wezen: de EU is nou niet bepaald een club waar je je momenteel graag bij aansluit.”
